David van Reybrouck
.
Afgelopen zondag als Zomergast bij het gelijknamige programma van de VPRO, vandaag met een gedicht op dit blog. David van Reybrouck is behalve dichter, cultuurhistoricus, archeoloog en schrijver van proza en theaterteksten uit Vlaanderen. Een veelzijdig man, zo is hij de oprichter van het Brussels dichterscollectief, bezieler van de G 1000, een burgertop, over de taalgrenzen heen, die 1000 Belgen liet overleggen voor een betere democratie in België, voorzitter van de PEN Vlaanderen en winnaar van verschillende literatuurprijzen waaronder de Libris geschiedenis prijs en de AKO literatuurprijs.
In februari 2011 startte hij een Facebookproject rond het collectief vormgeven van een gedicht, vertrekkende van een willekeurig gekozen zin uit een krantenartikel. Op de startzin voor de nieuwe constructie: ‘Het waren eenzame kilometers tussen Ieper en Brussel’ kwamen 110 reacties. De eindredactie bleef bij de initiatiefnemer. Hieronder het resultaat van dit project en een gedicht van zijn hand.
.
In alle vroegte
het waren eenzame kilometers
tussen Ieper en Brussel
het was stil alleen de tijdgeest sprak
op de radio sprak een man in tongen
de donkere rit werd een moeilijke
puzzel
ontbinding onveiligheid hevig
verlangen
ik vreesde dat het slijk zou schreeuwen
om zoiets als een veldrit
op zondagnamiddag
kilometers lang ben ik
gesteven wegen natriumrood
verlicht duizenden strepen niets
naderde zelfs niet in meters
de nacht die zal breken
de opgaande hoofdstad
vuurrode longen
ja we zijn er om te vertrouwen
van skyline naar zeespiegel
van aarde naar beton
en eenzaamheid stuwt voort weekt los
de wind jaagt het hout kraakt
een vlucht lijsters nee spreeuwen
wijzigt van lijn
soms had ik gelukkige gedachten
fluwelen zetels koffie snijbloemen
antiek
langs het water stonden paarden
rechtopstaand te slapen
daar lag mijn grond daar lag de pijn
.
De kruik
- Voor Agnès -
Jezelf zo schikkend als was ik een bad,
hoofd onder kin, rug langs mijn buik
spoel je aan in zilver en kwik.
Lig nu stil. Langzaam laat ik het water
lopen. De kruik kleedt je uit
in het helderste wit. Je hals van email,
je schouder die schatert van licht.
Sluit je de ogen, je haar wordt een wier.
Vind ik een vorm voor water dat loopt?
Het wuift en wacht, een onweer op zee,
je oogleden blijven gesloten.
.